Kom weer terug… stoere, stille Lauranda

,,En wat wordt het nu, Amanda of Laurent? Gijlie moet het weten.” Armand Van Praet kijkt Jan Verheyen en Francine Tanghe, de eigenaars van de nieuwe sleepspits met een respectabele 379,5 tonnage, vragend aan. ,,Morgen schuift hem van de helling en kunde gijlie vertrekken, alleen nog de naam erop schilderen en klaar.”


,,We kunnen hier in Baasrode toch nog een weekje blijven liggen?” vraagt Francine, ,,we hebben nog geen sleep om onze eerste vracht in Antwerpen op te halen.” ,,Geen sleep, geen sleep…” bromt Jan, ,,had ik maar een motorspits laten bouwen, waren we niet langer afhankelijk van dat slepersvolk. ‘k Zou hem nog liever zelf trekken met een gespan paarden, zoals mijn grootouders deden.” ,,Wees maar blij Jan dat er geen motor in zit. Van motoren hebde gij niks verstand”, weerlegt Francine.
,,En daarbij, hedde al eens gezien hoeveel plaats wij hebben in onze roef, we kunnen er een grote keukentafel in zetten, onder de koekoek. Altijd fris daglicht. Geen bult van de schroef of een stinkende moteur die alle plaats inneemt. Het wordt gezellig wonen in het achteronder.”
,,Gezellig, gezellig… vracht moet er komen, want Van Praet werkt ook niet voor niks”, werpt Jan op.
,,Kwaliteit kost geld, maar wedden dat ge er binnen 50 jaar tot aan uw pensioen plezier zult van hebben?”


Armand Van Praet, die samen met zijn broer Gabriël de scheepwerf Van Praet – Dansaert in Baasrode leidt, twijfelt niet aan de kwaliteit van de sleepspitsen die zijn vakmensen bouwen. Ze zijn opgetrokken uit stalen platen die met klinknagels aan elkaar en aan de spanten worden bevestigd. ,,Wij zijn zowat de enigen hier in de streek, tot ver achter Antwerpen, die hoofdzakelijk spitsen bouwen. Al de rest springt op alles wat beweegt”, weet Armand. ,,Er moet er een nieuwe ponte, nen baquet of een Walenschip, ne palingbotter of een schuit voor de Congo gebouwd worden, ze zijn allemaal kandidaat. Wij niet, sleepspitsen zijn onze specialiteit en daarin zijn we dan ook de beste.

En zeggen dat we dat allemaal te danken hebben aan onze grootmoeder Henrica Joanna. Na de dood van onze opa nam ze alles in handen. Ze huurde zelfs nen Hollander in die ons de kennis om metalen schepen te bouwen moest bijbrengen. Maar die bracht er niet veel van terecht. We zijn eens stillekes gaan kijken bij onze buren Van Damme en hebben gezien hoe het niet moest. Daar was het een beetje ‘moeilijk gaat ook’.

Wij hebben dan zelf onze nieuwe werkplaats opgezet. Daarin staan alle machines, aangedreven door een grote stoommachine, zo opgesteld dat het een soort bandsysteem vormt. De metalen platen worden met een platte wagen aan het spoorwegstation Baasrode-Noord afgehaald en door een grote poort aan de straatkant het werkhuis binnengebracht. Een lopende band voert de zware platen langs de verschillende machines, langs de radiaalboormachine, de wals om de platen na het ponsen en het boren opnieuw vlak te krijgen, een boxer waarmee we de spanten plooien en een van onze twee smidsen. Als de plaat afgewerkt is brengen we ze naar de in opbouw zijnde schepen, net naast de ateliers. En dat gaat vooruit, weet ge Jan dat we wel 25 sleepspitsen per jaar bouwen?” vertelt Armand niet zonder trots.

,, Maar wat wordt het nu voor de naam?” ,,Als Amanda geen mooie naam is, dan weet ik het ook niet meer”, zegt Jan. ,,Ik vind Laurent veel mooier klinken, het heeft zo iets koninklijks en het is een moderne naam waar ge veel plezier zult aan beleven, ge zult zien”, werpt Francine op. ,,Mannekes, mannekes, ga in uwe roef ruzie maken”, zegt Armand, ,,weet ge wat, sla de twee namen bij mekaar, dat zijt ge alle twee tevreden.”

,,Amanlaur, dat trekt op niks”, zegt Jan. ,,Maar moesten we er nu eens Lauranda van maken, is dat geen mooie naam”, vraagt Francine. ,,Klinkt, mooi, edel, vroom en voornaam moet ook Jan toegeven. ’t Is beslist. “
,,Weet ge wat, morgen bij de tewaterlating vraag ik een paar van onze scheepsbouwers een mooi deuntje te blazen. Wat peinst ge? ‘k Ben muziekdirecteur van de Liberale Harmonie Sint-Gecilia, de mannen zullen graag ne keer spelen als ik het ze vraag.” Dat wordt een mooie en plechtige tewaterlating, met onze Lauranda kan het niet meer mis gaan, bevestigen Jan en Francine Verheyen – Tanghe.

En zo gebeurde. Op 27 oktober 1928 liep de sleepspits Lauranda van stapel bij scheepswerf Van Praet – Dansaert in Baasrode. Tot aan hun pensioen in 1965 zou het echtpaar met de Lauranda vracht vervoeren langs de rivieren en kanalen, in de lage Landen. In 1970 kocht de stad Antwerpen de sleepspits die sinds zijn bouw ongewijzigd was gebleven om er in 1978 een museumschip van te maken. Het schip geeft een indruk van het dagelijkse leven aan boord van een binnenvrachtschip.

Bij de reorganisatie van het scheepspatrimonium van de stad Antwerpen kwam de Lauranda in het bezit van het scheepvaartmuseum van Baasrode, gevestigd in de oude gebouwen van scheepswerf Van Praet – Dansaert. Het scheepvaartmuseum Baasrode zoekt vrijwilligers voor het restaureren en bouwen van oude schepen.
info@scheepvaartmuseumbaasrode.be